Hoop en verwondering in kwetsbare periode
Zr. Marie-Thérèse schrijft over hoop en verwondering in een kwetsbare periode. Ieder van ons weet dat ziek zijn niet eenvoudig is. Ook voor mij niet, toen ik eind december getroffen werd door ziekte. Toch is het me gelukt om ook een positief resultaat in deze moeilijke periode te vinden. Ik heb namelijk tijd gevonden om in alle rust terug te kijken en vooruit te blikken. Soms aan de hand van post en papieren die op een grote stapel terecht waren gekomen.
Een van de brieven op die stapel was van monseigneur De Korte, verstuurd bij gelegenheid van kerstmis. Hij schrijft daarin over de eerste foto van het zwarte gat die sterrenkundige Heino Falcke maakte. Een andere brief op mijn stapel bevatte een uitnodiging voor de Titus Brandsmalezing op 8 mei in Nijmegen. Die lezing wordt dit jaar gegeven door Heino Falcke, verbonden aan de Radbouduniversiteit. Tweemaal diezelfde naam, dat maakte me nieuwsgierig.
Heino Falcke is astrofysicus en christen. Geloof en wetenschap lijken volgens hem op elkaar: beide zoeken naar de grond van alles. Voor hem is God liefde, onbegrensde liefde, het begin en het einde, Schepper en Voltooier. Het geloof is voor hem een houvast, de grond waarop hij staat. De verbinding tussen geloof en wetenschap zit ‘m ook in de verwondering. Verwondering over het immense heelal, over zwarte gaten, over God en over mensen. In het onmetelijke heelal zijn wij nietig, op aarde en onder elkaar zijn we kwetsbaar.
In de afgelopen anderhalve maand heb ik me ook weleens zo gevoeld: klein en kwetsbaar. Daar stond tot mijn grote vreugde iets anders tegenover: verbondenheid. Mijn beide collega’s hebben taken overgenomen als dat nodig was. Vanuit het provincialaat hoorde ik dagelijks wat er speelde. En van velen ontving ik kaarten met lieve, bemoedigende woorden en prachtige bloemen en andere cadeaus, zeker toen ik ook nog jarig was. Daarom wil ik graag mijn dank aan u allen uitspreken én de hoop dat we nog lang in verwondering verbonden mogen blijven.
Zr. Marie-Thérèse